BERNBURG, gang van zaken
December 2007, door Mevr. Snip-Douwma
Wie op een dag als slachtoffer binnen kwam, werd nog diezelfde dag vergast. Die systematische aanpak is ook doorgegaan na augustus 1941 toen Bernburg werd gebruikt voor de moord op concentratiekamp- gevangenen. Onbekend is of Piet Douwma na voor Bernburg te zijn geselecteerd vanuit Neuengamme nog naar een 'tussenstation' is gebracht. Volgens Duits onderzoek zouden overigens hoofdzakelijk joodse mensen zijn vergast in Bernburg, afkomstig uit onder meer de concentratiekampen Ravensbruck, Buchenwald, Gross-Rosen en Neuengamme.
De gang van zaken (beschrijving gebaseerd op procedure tot augustus 1941) in Bernburg was ongeveer als volgt. Slachtoffers werden bijna zonder uitzondering met bussen naar Bernburg gebracht, meestal in groepen van 60 tot 75 personen. Aanvankelijk waren dat door het Nazi-regime als inferieur aangeduide Duitsers, voornamelijk uit de regio. Later dus, vanaf 1941, werden ook gevangenen uit concentratiekampen naar Bernburg overgebracht, onder meer uit Neuengamme. De groep werd eerst elders verzameld alvorens ze naar Bernburg werden gebracht. De bussen reden naar de houten garage die aan de achterkant tegen de kliniek was gebouwd. In die garage konden twee tot drie bussen in hun geheel naar binnen rijden. Pas daarna mochten de slachtoffers uitstappen. Zij werden door een gesloten, lange gang naar de benedenverdieping van een gebouw gebracht waarop 'Aktion T4' stond vermeld en waar zij werden geregistreerd, gefotografeerd en waar een arts reeds de valse doodsoorzaak verzon voor in de doodsverklaring die aan nabestaanden werd verstuurd. Eventuele waardevolle bezittingen als ringen, horloges en kettingen werden.
|
Een plattegrond van het keldergedeelte van Bernburg en de route die slachtoffers gingen alvorens te worden vergast. |
Aansluitend werden zij naar de kelder gebracht. Alvorens in de gaskamer te worden geleid, kwamen zij langs een ruimte waar de lijkverbanders zich ophielden en het magazijn waar de gasflessen met koolmonoxide stonden. Voorts was er een venster van waaruit de Duitsers de gebeurtenissen in de gaskamer konden volgen, waar foto- en filmopnames konden worden gemaakt. De ruimte in de gaskamer bedroeg precies 13,78 vierkante meter waarin maximaal 75 slachtoffers werden verzameld en vervolgens vergast.
Drie tot vijf minuten stroomde het koolmoxidegas in de kamer tot een dodelijke hoeveelheid was bereikt. Sommige slachtoffers bleven er rustig onder, soms nog onder invloed van medicamenten. Anderen raakten in paniek, sloegen tegen de deuren, gilden. Na ongeveer een uur werd de gaskamer weer geopend en schoongespoeld (vanwege braaksel en ontlasting) door de lijkverbanders en werden de lijken naar de even verder gelegen lijkruimte getransporteerd. Voor aankomst in de lijkruimte kwamen soms slachtoffers nog terecht in de sectiekamer waar vanwege 'wetenschappelijk onderzoek' soms hersenen werden verwijderd. Achter de lijkruimte was de verbrandingsoven waar de lijken werden verbrand.
BERNBURG gesloten
Hoeveel slachtoffers er in de periode van Sonderbehandlung 14f13 (na augustus 1941) onder concentratiekampgevangenen zijn gevallen, is niet bekend. Soms ging het om grote aantallen. De transporten vanuit de concentratiekampen komen vanaf voorjaar 1942 systematisch op gang. In die periode bijvoorbeeld werden 1400 vrouwen - via opvang in tussenstations - uit het kamp Ravensbruck in Bernburg vergast. Op 12 juni 1942 kwam Piet Douwma in Bernburg om het leven.
In het voorjaar van 1943 werd Bernburg gesloten. Een deel van het personeel van Bernburg werd ingezet voor de 'Endlosung der Judenfrage' (Shoa) in Belzec, Sobibor en Treblinka. In deze drie kampen kwamen in de periode 1942-1943 circa 1,7 tot 1,9 joden om. Chef-arts Dr. Irmfried Eberl van Bernburg werd in najaar 1942 eerste commandant van het vernietigingskamp Treblinka. Franz Stangl, plaatsvervangend leidinggevende (Buroleiter) in Hartheim en Bernburg werd kampcommandant van Sobibor en Treblinka.
Bepaalde delen van Bernburg zijn gesloopt, maar onder meer de gaskamer is in oorspronkelijke staat tot op heden bewaard gebleven. In de jaren vijftig zijn de resterende gebouwen van de vroegere 'euthanasie-kliniek' betrokken door een psychiatrische ziekenhuis.
Voor de slachtoffers van de klinieken is nabij de Tiergartenstrasse in Berlijn een monument opgericht, dat met name betrekking heeft op de moord op 'patienten' voor augustus 1941. Het bestaat uit twee grote, gebogen staalplaten, ontworpen door de bekende kunstenaar Richard Serra (3 centimeter dikke, roestige staalplaten van circa 3 meter hoog en circa 15 meter lang (raming) die licht gebogen van elkaar weglopen). Je kunt er tussendoor lopen. De engelse titel was 'Berlin curves'. In de gedenkplaat staat onder meer geschreven (in Duits): '...werden bijna 200.000 weerloze mensen omgebracht. Hun leven werd als 'levensonwaardig' aangeduid. Hun dood werd euthanasie genoemd. Ze stierven in de gaskamers van...'
En in Bernburg? Vlak na de oorlog was in de DDR (Deutsche Demokratische Republik, Oost-Duitsland) het thema 'euthanasie' onbespreekbaar. Pas in de jaren tachtig komt er voorzichtig een discussie op gang. Er kwam in circa 1982 in een deel van de kelder van wat nu Landeskrankenhaus fur Psychiatrie en Neurologie heet (gevestigd op het vroegere terrein van de Landes-Heil- und Pflegeanstal Bernburg) een herdenkingsruimte met een kleine tentoonstelling die niet publiekelijk toegankelijk was. Een officiele herdenkingsruimte voor de slachtoffers van Aktion T4 en Aktion 14f13 kwam er pas in september 1989, vlak voor de val van de muur. Initiatiefnemer daarvan was Frau Dr. Ute Hoffman. Sinds 1 januari 2007 valt het monument onder de zorg van de Stiftung Gedenkstatte Sachsen-Anhalt. Op 29 november 2006 werd de Forderverein der Gedenkstatte fur Opfer der NS-'Euthanasie' Bernburg e.V gesticht (vertaald: Vereniging Herdenking voor slachtoffers van de nationaal-socialistische-ĆeuthanasieĆ Bernburg).
De herdenkingsruimte bestaat onder meer uit een permanente tentoonstelling over wanpraktijken als sterilisatie en euthanasie en de 'Sondernbehandlung 14f13' door Nazi-Duitsland met verder onder meer steenresten uit de oude kliniek. De kleine ruimte is voor groepen op afspraak te bezoeken met een rondleiding in Engels of Duits.
IRMFRIED EBERL, CHEF-ARTS van Brandenburg en Bernburg
Van 1940 tot 1942 stonden de 'euthanasie-klinieken' in Brandenburg en Bernburg onder medische leiding van Irmfried Eber, geboren op 8 september in Bregenz, Oostenrijk (overleden op 16 februari 1948 in Ulm, Duitsland). Hij werd (datum niet precies bekend) in de zomer van 1942 commandant van het vernietigingskamp Treblinka.
Zijn vader was reeds aanhanger van het nationaal-socialisme en dat was reden voor diens ontslag uit Oostenrijkse overheidsdienst als bedrijfsinspecteur. Imfried promoveerde in februari 1935 tot doctor in de medicijnen en kreeg een baan het ziekenhuis Rudolf-Stiftung in Wenen als assistent-arts. Zijn lidmaatschap van de NSDAP bemoeilijkte een verdere carriere, zodat hij in 1936 naaar Duitsland vertrok. Hij was in zijn studententijd al actief geweest voor nazi-sympathiserende (studenten)organisaties en volgens hem werd op deze grond een aanstelling als arts in Oostenrijk door de overheid geweigerd. Hij kreeg een baan - na een paar tussenstappen - bij het Haupgesundheitsamt in Berlijn (gezondheidsdienst). In januari 1940 was hij met zogenaamde T4-artsen aanwezig bij de eerste proefvergassing van zieken in de kliniek Brandenburg. Hij kwam 1 februari 1940 in dienst van de Gemeinnutzigen Stiftung der Anstaltpflege (Stichting voor het algemeen belang voor kliniekverpleging, een camouflage-organisatie voor Aktion T4) en werd leider van de kliniek Brandenburg. Daar nam hij het voortouw voor gezamenlijke vergassing van zieken en invaliden. Uit zijn bewaarde agenda blijkt dat er voor het eerst joodse zieken werden vergast op 10 juli 1940.
In november sloot Brandenburg en met het voltallige personeel vertrok hij naar de net voor 'euthanasie' gereed gekomen kliniek Bernburg bij Maagdenburg. Al begin 1942 werd hij betrokken bij het opzetten van vernietigingskampen, met name Treblinka waarvoor hij zich ter voorbereiding al vanaf juni in Warschau op hield (Treblinka is de naam van twee concentratiekampen Treblinka I, een werkkamp en Treblinka II, een vernietigingskamp die respectievelijk in 1941 en 1942 gebouwd zijn nabij het Poolse dorp Treblinka in het Noord-Oosten van Polen).
|
De aanrij-route voor autobussen die slachtoffers vanaf diverse verzamelplaatsen naar Bernburg brachten. Wie 's morgens binnen kwam, was 's avonds vergast en verbrand. |
Op 22 juli 1942 begon de ontmanteling van de joodse getto's in Warschau. De volgende dag kwamen de eerste joodse slachtoffers aan in Treblinka. De vernietiging van onder anderen joden in Treblinka liep organisatorisch evenwel geheel uit de hand. Het aanbod van slachtoffers was zo groot dat duizenden lijken verspreid over het terrein lagen, want de massagraven waren ontoereikend en Eberl werd daarom van zijn functie ontheven.
Waarschijnlijk is Eberl teruggekeerd naar Bernburg dat in juli 1943 werd gesloten. Na de oorlog vestigde hij zich als arts in in Blaubeuren in het Zuid-Duitse Beieren. Zijn aanhouding heeft wel wat voeten in de aarde gehad, met name omdat de Russen geen informatie verschaften omtrent Bernburg. Uiteindelijk kon Eberl worden aangehouden omdat een van de verpleegsters hem op een foto herkende als de verantwoordelijke leider van Bernburg. Hij werd aangehouden, maar verhing zich voordat het tot een proces kon komen op 16 februari 1948 in zijn cel in de gevangenis van Ulm.
PIET DOUWMA
(en andere Nederlandse slachtoffers, Bernburg, Neuengamme)
Alleen hun namen en beroepen zijn nog bekend. Van de 45 Nederlanders, onder wie dus Piet Douwma, die vanuit Neuengamme in Bernburg - nota bene op alfabetische volgorde zijn vergast - is verder niets bekend. Van geen van hen zijn stoffelijke resten terug gevonden. Na hun vergassing in Bernburg zijn ze verbrand en onduidelijk is wat er met hun as is gebeurd. In de Nederlandse geschiedschrijving van de oorlog is geen aandacht besteed aan deze groep van 45 Nederlanders. In het nog niet zo lang geleden (Uitgeverij Aprilis, 2005) verschenen boek 'Nederlanders in Neuengamme' wordt voor het eerst summier (op 4 pagina's) gesproken over de dood van de 45 Nederlanders die in Bernburg werden vermoord. Zij staan vermeld tussen alle Nederlandse slachtoffers die in (vanuit) Neuengamme zijn gevallen.
Dat de 45 Nederlanders niet in Neuengamme maar in Bernburg werden vermoord was voor de meeste nabestaanden wel een complete verrassing. Want vrijwel allemaal kregen ze in de oorlog een bericht van de kampleiding van Neuengamme dat hun familielid aldaar was overleden aan een bepaalde ziekte. Ook nu nog houden officiele Nederlanders instanties vol, onder anderen het Nederlands Rode Kruis, dat bijvoorbeeld Piet Douwma is overleden aan long-tuberculose in Neuengamme, daarmee nog steeds het officiele Duitse bericht uit het concentratiekamp Neuengamme volgend.
Volgens het boek 'Nederlanders in Neuengamme' zijn gedurende de Tweede Wereldoorlog circa 5500 Nederlanders terecht gekomen in het concentratiekamp Neuengamme, dezelfde naam als het dorpje dat ongeveer 30 kilometer ten oosten van Hamburg is gelegen. Het kamp lag aan een zijkanaal van de Dove Elbe. Vlak buiten het dorpje stond een oude, niet meer in gebruik zijnde steenfabriek waar in 1938 dwangarbeiders - Duitsers - tewerk werden gesteld. Zij hadden tot taak de steenfabriek weer op te starten. Na de bouw van een compleet nieuwe oven kon de productie van baksteen (vooral voor de stad Hamburg) worden begonnen. Dat was het begin van het concentratiekamp Neuengamme, als buitenkamp van het concentratiekamp Sachsenhausen.
In april 1942 bezocht een medische commissie Neuengamme. Dat was een clubje van drie zogenaamd 'onafhankelijke' artsen die als belangrijke taak had het selecteren van gevangenen die 'verwijderd' (gedood) moesten worden. Veelal waren dit ernstig zieken, geesteszieken en joden. De geselecteerde gevangenen werden vergast. Na het bezoek van de commissie werden tenminste 45 Nederlanders geselecteerd. Die werden in juni 1942 naar het Heil- und Pflegeanstalt (herstel- en verpleeginrichting) Bernburg gebracht, waar zij allen zijn vergast. Onder hen Piet Douwma.
In Bernburg werden op deze mensen proeven genomen om vast te stellen wat de meest effectieve manier was om mensen door vergassing om het leven te brengen. Dat gebeurde heel systematisch, want heel opmerkelijk zijn deze 45 Nederlanders op alfabetische volgorde vergast op verschillende data tussen 5 juni 1942 en 2 juli 1942. Petrus Douwma overleed in Bernburg op 12 juni 1942, 38 jaar oud.
|
Het gebouwencomplex van Bernburg, oorspronkelijk gebouwd in 1875 voor 132 bedlegerige psychiatrische pati‘nten. |
Voor zover mogelijk zijn de beroepen van deze 45 omgekomen in beeld gebracht (bron 'Nederlanders in Neuengamme'): een ambtenaar, negen arbeiders. een automonteur, een bakker, een boekhouder, twee chauffeurs, een electricien, drie employees, een grondwerker, een gummiplakker, een handelsreiziger, een ijzervlechter, een kabellegger, een kapper, een kleermaker, twee kooplieden, een meubelmaker, een opperman, twee schilders, een schipper (Petrus Douwma, althans dat beroep stond ook op zijn overlijdensbericht, hoewel hij dat vanaf 1930 al niet meer uitoefende), een schoenmaker, drie sigarenmakers, een stratenmaker, een tandtechnicus, een timmerman, een tuinarchitect, een tuinman, een vertegenwoordiger, een wever en een winkelbediende. Van de meesten is bekend dat zij in het verzet hebben gezeten. Twaalf zijn joden. Vier van hen zitten ook in het verzet. Van negen personen is geen arrestatiereden bekend. Van het totaal aantal Nederlanders dat in Neuengamme terecht kwam (5500 dus) is slechts 12 tot 14 procent van de mannen - en iets meer voruwen - levend teruggekeerd naar Nederland. Het is opmerkelijk dat op deze groep van 45 Nederlanders er 'slechts' 12 joods waren. Want volgens algemene info zouden vanuit Neuengamme merendeels joden naar Bernburg zijn gebracht voor vergassing.
Voor meer informatie over Bernburg en het vergassen van onschuldige
burgers en gevangenen uit onder meer Neuengamme, zie
www.bernburg.meyersch.de
www.gedenkstaette-bernburg.de
www.deathcamps.org (euthanasia, bernberg)