Deze geschiedenis is opgetekend om recht te doen aan P. Douwma en zijn 44 lotgenoten over wie om onverklaarbare redenen gezwegen wordt.
A.M. Snip-Douwma


Dit is het verhaal van Piet Douwma en
zijn vrouw Annie Douwma-Otto


Een verhaal over experimentele vergassing, onderduikers, inval door de Landwacht, illegaal stencilen van De Waarheid en de moord op Nathan F. Israël, verzettsstrijder die in de woning van de familie Douwma in Amsterdam-Noord werd doodgeschoten door Jan Robertson, de secretaris van Rost van Tonningen.

De lijst van de 45 Nederlandse mannen uit Neuengamme die in Bernburg in 1942 op alfabetische volgorde om het leven werden gebracht.


  • 05-06-1942,
    J.J. Abrahamson, geboren 23-07-1892 te Arnhem
  • 05-06-1942,
    G.C.H. Arkenbout, geboren 15-08-1899 te Amsterdam
  • 09-06-1942,
    W. Barriel, geboren 12-12-1910
  • 09-06-1942,
    K.F. Beck, geboren 20-11-1898 te Delft
  • 10-06-1942,
    J.G. van den Berg, geboren 10-10-1898 te Amsterdam
  • 10-06-1942,
    I. Bloemkoper, geboren 20-06-1913 te Den Haag
  • 10-06-1942,
    L. Bolkenbaas, geboren 06-05-1904 te Rotterdam
  • 10-06-1942,
    J.F. van Bommel, geboren 24-07-1894 te Den Haag
  • 10-06-1942,
    J. Bood, geboren 11-05-1894 te Oudkarspel
  • 11-06-1942,
    A.J. Brinks, geboren 10-09-1908 te Deventer
  • 11-06-1942,
    G. de Bruin, geboren 04-08-1912 te Amsterdam
  • 12-06-1942,
    A. van Dijk, geboren 29-06-1915 te Amsterdam
  • 12-06-1942,
    H. Dijkstra, geboren 01-09-1887 te Amsterdam
  • 12-06-1942,
    P. Douwma, geboren 27-07-1903 te Amsterdam
  • 15-06-1942,
    G. Fraterman, geboren 11-10-1887 te Hardenberg
  • 15-06-1942,
    G.W. Frederiks, geboren 08-05-1896 te Heino
  • 18-06-1942,
    E. Hillel van Hertzfeld, geboren 09-01-1916 te Rotterdam
  • 18-06-1942,
    C.J. Hoogendijk, geboren 21-11-1884 te Hellevoetsluit
  • 18-06-1942,
    A.C. de Jonge, geboren 26-11-1918 te Amsterdam
  • 19-06-1942,
    T.J. Jansz, geboren 13-04-1905 te Amsterdam
  • 19-06-1942,
    A. Knies, geboren 20-11-1916 te Amsterdam
  • 19-06-1942,
    G.P.C. Lagerwaard, geboren 18-08-1887 te Zwolle
  • 22-06-1942,
    L. Kraft, geboren 06-02-1902 te Maastricht
  • 23-06-1942,
    H.W. van Lierop, geboren 04-01-1903 te Helmond
  • 23-06-1942,
    H. van Maanen, geboren 07-01-1882 te Laag Nieuwkoop
  • 23-06-1942,
    J.E. Meijer, geboren 11-08-1883 te Assen
  • 23-06-1942,
    H.J. Mooseker, geboren 24-08-1919 t Amsterdam
  • 24-06-1942,
    N.J.T. van Nunen, geboren 07-04-1886
  • 25-06-1942,
    F.H. Petersen, geboren 07-03-1899 te Amsterdam
  • 25-06-1942,
    M. Polak, geboren 08-03-1904 te Amsterdam
  • 25-06-1942,
    L. Reens, geboren 24-11-1909 te Amsterdam
  • 25-06-1942,
    J. Rijnders, geboren 20-10-1899 te Amsterdam
  • 25-06-1942,
    W. van Roeden, geboren 29-04-1899 te Oudehorne
  • 25-06-1942,
    M. Roodveldt, geboren 27-10-1899 te Amsterdam
  • 01-07-1942,
    A. Roodveldt, geboren 18-11-1914 te Amsterdam
  • 01-07-1942,
    F.J. Smit, geboren 16-03-1914 te Amsterdam
  • 01-07-1942,
    J.G. Snijdoodt, geboren 23-09-1909 te Den Haag
  • 01-07-1942,
    H. Sterner, geboren 22-09-1889 te Zuidland
  • 01-07-1942,
    H. Strijker, geboren 25-10-1908 te Amsterdam
  • 02-07-1942,
    A. Roodveldt, geboren 11-06-1905 te Amsterdam
  • 02-07-1942,
    F.J.A. Vaars, geboren 13-04-1908 te Haarlem
  • 02-07-1942,
    I. Vaz Dias, geboren 19-06-1900 te Amsterdam
  • 02-07-1942,
    H. Visscher, geboren 20-06-1913 te Enschede
  • 02-07-1942,
    W. de Vries, geboren 03-10-1887 te Culemborg
  • 02-07-1942,
    J. Worms, geboren 12-08-1898 te Amsterdam

LOUIS DE VISSER gedood in Duitse Bocht


Louis Leonardus Hendrikus de Visser (Delfsthaven 21 mei 1878) - aan boord (Cap Arcona 3 mei 1945) was een Nederlands communist. In 1915 link werd hij lid van de Revolutionair Socialistische Vereeniging (RSV). Tijdens de verkiezingscampagne van 1918 zat hij vanwege een 'romurige betoging'. Later ging zijn partij op in de CPN. link Na een crisis in het partijbestuur, waardoor diverse mensen aftraden, werd hij in 1925 link voorzitter van de CPN en lid van Tweede Kamer. Op 10 mei 1940 wordt Louis de Visser naar aanleiding van de Duitse inval door de Haagse Politie Inlichtingendienst gearresteerd. Hij wordt 15 mei weer vrij gelaten.

Op 16 mei 1940 is hij aanwezig bij een vergadering in Den Haag van een zevental prominente communisten, waarbij besloten wordt de legale CPN op te heffen en een ondergrondse partij te stichten. Deze vergadering was een vervolg van een vergadering van het partijbestuur de vorige dag in Amsterdam, waarbij besloten werd om als partij in verzet te gaan (bij deze vergadering was De Visser niet aanwezig omdat hij nog niet vrijgelaten was). De Visser wordt buiten het verzet van de partij gelaten, omdat hij als bekende persoonlijkheid te veel risico voor zich en de anderen vormt. Wel blijft De Visser op de achtergrond adviezen geven, voorla aan de ondergondse Haagse CPN, die bekend staat als De Vonk-groep.

Op 25 juni 1941 wordt hij samen met 18 andere personen uit de regio Den Haag gearresteerd door de bezetter. Deze arrestaties staan bekend als de functionarissenarrestaties, alhoewel het voor het grootste deel geen comunistische functionarissen betreft. De Visser stond boven aan die lijst. De namen voor deze lijst waren geleverd door de burgemeesters en (hoofd-)commissarissen van politie in de regio Den Haag. De uiteindelijke lijst is samengesteld door Eckhardt van de Haagse Politie Inlichtingendienst, die na de oorlog BVD-ambtenaar zou worden. Van de 19 personen zijn er 16 om het leven gekomen, eentje is vrijgelaten omdat bij de arrestatie sprake was van persoonsverwisseling.

Nog in 1941 is De Visser naar Neuengamme gestuurd. Als oudere persoon zou hij geen kans van overleven hebben, maar Nederlandse communisten hebben alles in het werk gesteld om hem te doen overleven. Uiteindelijk kwam hij op 3 mei 1945 om het leven bij het Britse bombardement van het schip Cap Arcona buiten LŸbeck.

DE RODE HULP

(Internationale Rode Hulp)

(Bron: Uit het leven van Communisten (Rondom Daan Goulooze), SUN, Socialistiese Uitgeverij Nijmegen, 1980)

In 1922 besloot het Komintern-congres (Sovjet-Unie) alle nationale politieke hulpverleningsorganisaties te bundelen in een nieuw op te richten Internationale Rode Hulp. De Nederlandse sectie van de Internationale Rode Hulp is voortgekomen uit de Organisatie tot Hulp aan Gevangenen in de Klassenstrijd. De nieuwe organisatie zette zich vooral in voor hulp voor mensen die door hun politieke optreden met justitie en gevangenis te maken kregen. Zij deed dit zowel door hulp te verlenen een politieke gevangenen als door de publieke opinie te mobiliseren. Zo nam de organisatie het bijvoorbeeld op voor Indonesische vrijheidsstrijders in Nederlandse concentratiekampen als Boven-Digoel op Nieuw-Guinea en de slachtoffers van de Tsjang-Kai-Tsjek-regering in China. In de jaren twintig was de Nederlandse sectie slechts gering van omvang. De mensen die het werk deden behoorden over het algemeen tot sympathisanten en leden van de CPN. Toen eind 1933 de nationaal-socialisten in Duitsland aan de macht kwamen, deden honderden Duitse communisten, en niet alleen communisten, een beroep op de Internationale Rode Hulp. Er ontstond een stroom politieke vluchtelingen vanuit Duitsland. Veel hulp werd direct in natura verleend. Er waren heel wat adressen nodig waar de politieke vluchtelingen bij toerbeurt konden eten, onderdak vonden of elkaar troffen. Het was illegaal werk, want zodra de vreemdelingenpolitie de 'asielzoekers' op het spoor was, dreigde uitzetting. Sommige Duitse vluchtelingen verbleven vele jaren in Nederland. Er moest dan ook zorgvuldig te werk worden gegaan bij het opvangen van politieke vluchtelingen aan de Duitse grens. Communisten liepen bovendien meer risico uitgewezen te worden dan andere politieke vluchtelingen. Een inval in 1934 op verschillende plekken boven het IJ leverde vier Duitse immigranten zonder papieren op. De discussie daarover laaide flink op, want de Internationale Rode Hulp vond dat 'in een beschaafde wereld overal geldt, dat mensen die voor hun overtuiging worden vervolgd, recht hebben op bescherming'. Zo vervulde de Rode Hulp een tweeledige taak: helpen en wakker schudden van de publieke opinie. Ook het inzamelen van geld voor het werk bood gelegenheid de publieke opinie te bewerken. De straatcolportage met het blad 'Afweerfront' werd begeleid door grote borden en leuzen. In de Amsterdamse grachten voer een oude vissersboot die bijeenkomsten aankondigde of anderszins propaganda maakte. Door de politieke acties en het vluchtelingenwerk groeide de Internationale Rode Hulp zo sterk dat moest worden verhuisd naar de groter pand aan de Plantage Middenlaan per 1 juni 1936.

Rode Hulp was gedwongen te selecteren. Er waren maar beperkte financiele middelen en ten tweede moest de vluchteling betrouwbaar zijn, gezien de illegaliteit van het werk. Het afschermen van het werk van de Rode Hulp tegen infiltratie van de Nederlandse en Duitse politie maakte het noodzakelijk dat iedereen die er bij betrokken was op betrouwbaarheid werd getoetst. De organisatie beschikt over verbindingen die nodig waren om vluchtelingen die in Nederland met uitwijzing bedreigd werden of anderszins gevaar liepen over de grens te brengen naar Belgie, Frankrijk over een ander land. Rode Hulp maakte dat financieel mogelijk.

TROTSKI en Piet Douwma


Volgens mevrouw Snip was haar vader Piet Douwma meer een aanhanger van Trotski, een Trotskist. Dat woord heeft zij als kind door haar moeder horen gebruiken. Het verschil tussen Stalin en Trotski is in aanleg niet zo heel erg groot. Maar is eigenlijk breed uitgelicht naar aanleiding van de strijd om het leiderschap na de dood van Lenin (1924). Trotski werd gezien als mogelijke opvolger van Lenin vanwege zijn belangrijke machtspositie en vanwege de resultaten die hij als volkscommissaris van het Rode Leger had geboekt. Maar hij had geen verleden als bolsjewist. Hij behoorde tot de mensjivisten. Daarbij ging het in de kern om een zeker theoretisch punt (alreeds stammend uit 1902) of er een proletarische revolutie zou kunnen uitbreken zonder dat er eerst ook een burgerlijke revolutie (volksopstand) plaats had gevonden. De opvatting van Marx was dat dat niet kon zonder. Volgens Lenin (bolsjewieken) kon dat wel. Trotski (mensjiwieken) vond met Marx van neen. Trotski geloofde ook dat een revolutie als in Rusland niet kon stand houden zonder een revolutie in het kapitalistisch westen. Andere tegenstellingen waren dat voor Stalin de revolutie was afgerond, terwijl onder anderen Trotski de permanente revolutie predikte.

Na de dood van Lenin trok een driemanschap de macht naar zich toe: Kamenjev, Zinowjew en Stalin. In 1925 bleek dat Trotski niet meer op voldoende steun vanuit de partijtop kon rekenen. Hij raakte zijn directe invloed op de politiek vrijwel kwijt. Nog twee jaar later werd hij geroyeerd als partijlid en in 1929 zelfs gedeporteerd naar Siberie. Daarna moest hij de USSR verlaten. Hij kwam na rondzwervingen uiteindelijk terecht in Mexico.

Nadat Stalin al zijn potentiele concurrenten had uitgeschakeld (met de beruchte publieke processen) was zijn populariteit gedaald in het buitenland. Een opponent bleef vanuit het buitenland moedig weerstand bieden en dat was Trotski. Hij publiceerde veel en richtte de Vierde Internationale op. Hij werd uiteindelijk vermoord door een geheim agent van Stalin, Ramon Mercader. Hij verwierf zich op 20 augustus 1940 toegang tot het zwaarbewaakte verblijf van Leon Trotski door zich voor te doen als de verloofde van de zus van de secretaresse. Hij deed zich voor als Jacques Monard, een Belgische journalist, die aan Trotski een net geschreven artikel wilde voorleggen. Toen deze zich aan een bureau zette om de tekst te lezen, sloeg de geheim agent hem met een ijspriem het hoofd in. Op 21 augustus 1940 overleed Leon Trotski in een ziekenhuis in Mexico-Stad aan zijn verwondingen.